Gemeente Stichtse Vecht heeft vandaag een brief gestuurd naar Provinciale Staten (PS) van Utrecht. Op 9 april vergadert de Statencommissie over het plan om bij station Breukelen betaald parkeren in te voeren. De gemeente verzet zich hier fel tegen en heeft eerder bezwaar aangetekend. De strekking van de brief: het advies van de provinciale bezwarencommissie is inhoudelijk mager en gaat onvoldoende in op de argumenten van de gemeente. De gemeente wil dat de eerste 18 uur parkeren gratis is.

Op basis van het advies van de bezwarencommissie is een ontwerpbesluit tot invoering van betaald parkeren bij station Breukelen opgesteld. Na bespreking in de Statencommissie valt het besluit in de PS-vergadering van 23 april.

Gemeente heeft drie bezwaren
Naast enkele procesmatige bezwaren over gebrekkige verslaglegging en te laat informeren heeft de gemeente drie fundamentele bezwaren bij het plan voor het betaald parkeren. Ten eerste: de gemeente is principieel tegen betaald parkeren en met deze maatregel gaat de provincie op de stoel van de gemeente zitten. In de tweede plaats verwacht de gemeente dat het doel dat de provincie nastreeft met het invoeren van betaald parkeren beter te realiseren is door versterking van het OV, betere fietsstallingen en een veiliger en aantrekkelijker stationsgebied. Dit zal inwoners verleiden om niet met de auto naar het station te gaan. Tot slot: door de opening van de parkeergarage is er op dit moment voldoende plaats op P+R Breukelen. De haast om betaald parkeren op korte termijn in te voeren zonder acht te slaan op de bezwaren van de gemeente, is onnodig.

Gemeente wil compromis in goed overleg
Wethouder Hans van den Akker: “Onze inwoners en ondernemers worden door het invoeren van betaald parkeren bij station Breukelen onevenredig benadeeld. Ons voorstel om de eerste 18 uur vrij te kunnen parkeren is zonder goed gesprek terzijde geschoven. Wij pleiten voor een zorgvuldig ambtelijk en bestuurlijk proces. Er is geen enkele reden om het betaald parkeren overhaast in te voeren. De tijd om in daadwerkelijk goed overleg tussen gemeente en provincie tot een compromis te komen, was er en is er nog steeds.”